Bouw

 

De paus stelde bepaalde eisen waaraan moest worden voldaan. Aangezien het plein een relatief langwerpige vorm heeft, moest hier rekening mee worden gehouden bij het ontwerp, opdat de fontein en het plein in de juiste verhouding tot elkaar stonden. Bovendien waren er plannen voor het bouwen van een kerk, de St. Agnesekerk. Voor de voorgevel van deze kerk moest genoeg ruimte overgehouden worden. Aan Bernini was dus de taak zijn ontwerp aan te passen aan deze eisen (wat hem goed genoeg gelukt is om het ontwerp werkelijk te mogen realiseren). 

Bernini heeft geprobeerd  juist door middel van tegenstellingen de eenheid van het plein en haar gebouwen te behouden. De figuren staan op een grillige rots, wat natuurgetrouw moest overkomen. In het midden staat de lange, gladde obelisk, die contrasteert met het grillige karakter van de rots en tegelijkertijd de verschillende figuren verbindt. Het bijzondere aan de fontein zijn de openingen in de rots, waardoor er een doorkijk ontstaat aan alle vier de zijden. Deze openingen zouden zijn ontworpen om het beeld van een watergrot te suggereren. Door deze luchtruimte onder de obelisk lijkt deze wel te zweven, boven de rots uit, terwijl de obelisk wel meer dan 120 ton weegt. Bernini moet over de constructie goed hebben nagedacht, gezien het feit dat het gewicht van de obelisk door de rots wordt gehouden.

De combinatie van beeldhouwwerk en architectuur was nieuw ten opzichte van andere fonteinen in Rome uit diezelfde tijd. De fontein is zonder twijfel ontworpen door Bernini, maar de uitvoering van het ontwerp zal grotendeels gedaan zijn door medewerkers van hem. Wel hield hij de voortgang nauwlettend in de gaten en greep hij in wanneer het resultaat hem niet aanstond. Deze manier van werken was normaal voor beroemde kunstenaars in de zeventiende eeuw.